Bij
Op dit moment kent De Zwaluw de volgende
kampioenschappen:
Vitessekampioenen: 1 aangewezen en 4
onaangewezen hokkampioenen en 3 duifkampioenen.
Midfondkampioenen: 1 aangewezen en 4
onaangewezen hokkampioenen en 3 duifkampioenen.
Fondkampioenen: 1 aangewezen en 4
onaangewezen hokkampioenen en 3 duifkampioenen.
Jonge duiven kampioenen: 1 aangewezen en
4 onaangewezen hokkampioenen en 3 duifkampioenen.
Natoerkampioenen: 1 aangewezen en 4
onaangewezen hokkampioenen en 3 duifkampioenen. In 2019 vervalt dit
kampioenschap als gevolg van het nationaal vliegprogramma.
Generaalkampioenen: 3 aangewezen en 7
onaangewezen hokkampioenen, 1 oude Asduif en 1 jonge Asduif.
Bij de onaangewezen hokkampioenschappen
gaat het om de prestaties van de ploeg duiven, bij de aangewezen
hokkampioenschappen om het voorspellend vermogen van de liefhebber en bij de
duifkampioenschappen gaat het om de prestaties van de individuele duif.
“Vitesse” staat voor alle vluchten die
korter zijn dan 300 kilometer en die voor uitsluitend oude duiven zijn bedoeld.
“Midfond” staat voor vluchten tussen 250
en 500 km en die uitsluitend voor oude duiven bedoeld zijn.
“Fond” staat voor vluchten van 500 tot
800 kilometer, op deze vluchten mogen alleen maar oude duiven worden gespeeld.
“Jonge duiven” staat voor zich, jonge
duiven zijn duiven die zijn geboren in het huidige kalenderjaar.
“Natoer” staat voor vluchten voor jonge
en oude duiven, de afstanden liggen meestal onder de 300 kilometer. Deze toer
hebben we in 2019 dus niet.
“Generaal” staat voor alle hiervoor
genoemde disciplines tezamen. Allround is een vergelijkbare term.
Op elke vlucht worden punten verdiend
door de snelste 33% duiven van de vereniging. Het puntenaantal dat een duif
krijgt, hangt af van het snelheidsverschil met de snelste duif. De snelste duif
krijgt 1000 punten en elke volgende duif krijgt 1000 punten minus de meters per
minuut die de duif achterligt op de snelste duif. Als de eerste 2 duiven dus
exact dezelfde snelheid hebben, krijgen ze ook beide 1000 punten.
Bij de individuele duifkampioenschappen
worden de punten van alle vluchten, die in aanmerking komen voor een
discipline, opgeteld en gedeeld door het aantal vluchten. Het middelen van de
punten gebeurt omdat sommige liefhebbers hun duiven niet spelen op vluchten die
op zondag plaatsvinden. Zij laten de zondagsvluchten buiten beschouwing en hun
gemiddelde wordt daardoor dan niet beïnvloed.
Bij de onaangewezen hokkampioenschappen
worden de prestaties van het gehele hok met duiven gewaardeerd met punten.
Hiervoor werd in 2010 een team van 15 oude duiven, een team van 25 jonge duiven
en een team van 25 natoerduiven opgegeven. De eerst aankomende duif van het
team won de punten voor de baas. Voor 2010 en na 2010 wordt naar alle
deelnemende duiven gekeken, per tiental duiven (of een deel daarvan) moet er 1
in de uitslag staan om punten te verdienen voor het hok. De punten worden
gedeeld door het aantal tientallen dat is ingemand. Voorbeeld: een lid heeft 18
duiven mee, dat is 1 tiental en 1 deel daarvan, hij moet dus 2 duiven in de
uitslag spelen voor punten. De punten van de eerste duif tellen voor 100% mee
en de punten van de 2e duif voor 80%, deze punten worden opgeteld en
gedeeld door 1,8. Het berekende aantal punten is de score van het hok voor die
bepaalde vlucht.
Bij de aangewezen hokkampioenschappen
wordt de voorspellende bekwaamheid van de liefhebber gemeten. Iedere liefhebber
geeft op welke twee duiven het eerst thuis verwacht worden. De punten van de
snelste van deze twee tellen voor deze vlucht. Voor de discipline worden de
punten per vlucht opgeteld en gemiddeld. Per discipline zijn er 4 tot 8
vluchten, het gemiddelde dat wordt behaald over deze vluchten bepaalt de
kampioenen. Ook hier wordt het gemiddelde genomen om mogelijk te maken dat
zondagsvluchten buiten beschouwing kunnen blijven zonder de niet deelnemende
leden te duperen.
Het generaalkampioenschap gaat dus over
alle vluchten. Om vakanties mogelijk te maken en om pech uit te sluiten als
belangrijke bepalende factor, maar ook om leden de gelegenheid te geven om een
keuze te maken uit het overladen vliegprogramma en toch voor de generale
kampioenschappen te blijven spelen, worden sinds 2015 de 20 beste
vluchten geteld van de (in 2021) in totaal 32 vluchten. Een paar weken vakantie
betekent een paar weken nul punten maar de 20 beste vluchten tellen dus tellen
de vakantieweken niet mee. Ook kan het gebeuren dat er iets mis is met een klok
of elektronisch constateersysteem, ook in dat geval zou nul punten wel een erg
zware straf zijn. In 2023 is besloten dat niet de beste 20 vluchten tellen maar
alle vluchten en daarbij mogen de resultaten van de 5 slechtste vluchten
afgetrokken worden. Als de 32 vluchten allen doorgaan, dan tellen dus de beste 27
vluchten.
Asduiven zijn duiven die over alle voor hen in aanmerking komende disciplines de meeste punten hebben behaald. Bij oude duiven gaat het dan over de disciplines vitesse, midfond, fond en natoer. Bij de jonge duiven gaat het dan over de jonge duivenvluchten en de natoervluchten.