|
||||
|
||||
Zwaag |
||||
|
||||
Historie |
||||
|
|
|
|
|
Enkele momentopnamen
van 90 jaar duivensport in De Zwaluw-Zwaag Preambule Tussen 1929 en 2021 zitten
92 kalenderjaren. In die jaren is er veel voorgevallen in
duivensportvereniging De Zwaluw, teveel om op te noemen. Het is dan ook niet
de bedoeling om hier de gehele geschiedenis de revue te laten passeren. Om op
de hele geschiedenis zicht te krijgen, zou teveel tijd kosten vandaar dat wij
volstaan met enkele foto´s van weleer voorzien van een weinig tekst. De
bedoeling van het onderdeel “Historie” is om iets van de sfeer van vroeger te
laten zien. Het heden is bij velen
bekend, ook de nabije historie is bij velen bekend. Zelfs van 25 jaar terug
is bij veel leden van De Zwaluw nog het nodige bekend. Meer dan de helft van
de huidige leden is al zo lang betrokken bij de club. Als sitebeheerder van
deze club is het wel eens moeilijk meepraten over de historie, mijn historie
bij de Zwaluw is slechts 29 jaren oud, dus veel van de informatie komt uit de
geheugens van een aantal van onze oudere leden. Met name door de steun
van Pieter Epema(† in 2015), Popke Veenstra(† in
2012),
Marten van Kammen, Meester Volbeda(† in
2015)
en de archieven van Johnny van der Bei, is deze informatie vergaard. Helaas
lieten de archieven van De Zwaluw te wensen over. Veel bestuurswisselingen en
verspreide resten van wat ooit secretariaten of rekenbureaus waren, zijn er
oorzaak van geweest dat de samenhang in de geschiedenis van De Zwaluw uit de
menselijke geheugens moest worden gehaald. Beperkt en selectief
als die geheugens zijn, in positieve zin op te vatten, leggen wij ons neer
bij het feit dat de inhoud van dit historische beeld zo beperkt is als het
is. Toch vertrouw ik er op dat u bij het bekijken van de foto´s en het lezen
van de tekst u iets kunt proeven van de sfeer van weleer. De sitebeheerder 2021 |
||||
Het eerste begin Over het eerste begin in 1928/1929 is weinig bekend, de
duivensporters die De Zwaluw hebben destijds voor het eerst vorm hebben
gegeven zijn er niet meer om daarover te verhalen. De eerste stappen naar
georganiseerde duivensport in Zwaag |
||||
Het "Sweltsjenest" . Op de
foto staan vlnr. Popke Veenstra, Jan Boskma, Pieter
Epema, Jan “Bob” Veenstra, Fokke Boskma en Tunnis van der
Veen(?). De Huisvesting Hierboven staat het
eerste echte “Sweltsjenest”. Dat is niet voor niks,
de geschiedenis van de Zwaluw tot aan 1965 kenmerkt zich door een
aaneenschakeling van huisvestingsproblemen. De foto hierboven stond in 1965
ook in de krant, de bijbehorende tekst meldt dat De Zwaluw eindelijk, sinds
35 jaar, een eigen onderkomen heeft. Het lokaal op de foto stond op de “Oare Hoek”; de Koopmansweg en was een noodwoning. De
bewoner van dit pand was De Zwaluw had in de
omgeving van de Koopmansweg al vaker een onderkomen gevonden, zo werd er
onder andere gebruik gemaakt van de Romneyloods van
Hindrik´s Beike (Wijlen
Hendrik van der Bei), ook op de Oare Hoek. Dat was
net na de oorlog. Ook is er ingemand in het hok achter het huis van Klaas Hernamdt aan de Koopmansweg, dat was toen ook al een uit
de nood geboren oplossing. Verder is bij meester Volbeda ingemand, eveneens in
het hok achter huis. Er kon daar echter alleen worden ingemand
als het niet regende. Dat lijkt opmerkelijk maar de logica zat hem in het
feit dat als het wel regende, de was binnen moest hangen te drogen, en dan
konden er geen duivenmelkers meer in het hok. Ook is er ingemand bij Johannes de Boer thuis, ook weer een uit de
nood geboren oplossing en werden de klokken wel gelicht bij Verder zijn er
vergaderingen gehouden in de school aan de huidige Conradistraat, het gebouw
waarin nu Schildersbedrijf Elzinga gehuisvest is. Dit gebouw is echter niet
gebruikt voor het inmanden. Er is wel een
zogenaamde “tafelkeuring” gehouden door de toen zeer bekende keurmeester
Willy van Uden. Als onderkomen voor
tentoonstellingen werd in die tijd ook café “De Hossebos” wel gebruikt, dat
was ook een hele happening want de zaal moest dan eerst aangekleed worden met
plastic, dit in verband met de stofontwikkeling. In 1973 werd het Sweltsjenest vervangen door een grote bouwkeet. Die
bouwkeet werd ook al weer geplaatst op de Oare
Hoek, recht tegenover Hindrik´s Beike
(Hendrik van der Bei), waar nu een grote vijver is aangelegd. In dit onderkomen werd
een heuse bar getimmerd en de vaste barkeeper was Piebe
Sikma. In 1981 is dit hok gesloopt en de materialen zijn weer gebruikt in het
huidige onderkomen aan de Miedlaan dat ook in 1981
werd gekocht en betrokken. De toenmalige eigenaren waren de erfgenamen van
timmerman Watze Jacob van der Wal. Hij had het
gebouw op zijn beurt in 1961 gekocht van de erfgenamen van ReinThijs Baarsma, “in leven
timmerman- aannemer”. De prijs van overdracht was beide keren Hfl. 60.000 alleen zat daar in 1961 nog voor Hfl. 12.000 aan inventaris in. |
||||
Tentoonstellingen Tentoonstellingen en keuringen waren vroeger evenementen waaraan
veel werd deelgenomen. De keurmeesters kwamen ook van heinde en ver. Zoals
net genoemd was Willy van Uden een bekende keurmeester. Hij kwam uit Brabant
en besteedde zijn dag goed. Volgens Pieter Epema was het net een
soort vuilnisvat: dik, rond en je kon er alles ingooien. Pieter kwam zo
gemakkelijk van z´n boerenkool af. Willy deed niet alleen tentoonstellingskeuringen maar ook
keuringen op het hok. De keurmeester was toen nog een gerespecteerd
selecteur. Nu selecteren de meeste liefhebbers hun duiven zelf maar vroeger
liepen er keurmeesters rond die voor een geringe vergoeding per duif dat
moeilijke werkje wel wilden doen. Ook Nijenhuis uit Enschede was vermaarde keurmeester. Ook hij
deed zijn ronde in Zwaag |
||||
Rivaliteit, eerzucht, gezelligheid en saamhorigheid hand in hand:
vlnr Pieter Epema(† in 2015), Johannes vd Bei († in 2000) en Popke
Veenstra († in 2012). De Sfeer Hoewel de omstandigheden zich niet lieten vergelijken met die van
deze tijd, was er toch sprake van een prima sfeer. Het “Sweltsjenest”
op de Oare Hoek had geen drankvoorziening, er was
geen bar of iets wat op een kantine leek zoals de lokalen tegenwoordig worden
ingericht. Maar er kwam natuurlijk wel een kratje bier of een slokje op
tafel. Er werd gelapt, toen nog een paar kwartjes de man en voor een knaak
stond er een heuse fles met geestverrijkend vocht op tafel. De winkel van Kinge Akke was slechts enkele passen van het Sweltsjenest verwijderd en Ajax (Hendrik Zuidema) zorgde
voor de distributie. Als het dan was afgelopen in het Sweltsjenest,
werd door de “echten” nog even doorgezet bij Jan Klopstra.
Die moest de winkelwagen ´s avonds nog weer vullen voor de volgende dag en
dan konden de dôwemântsjes nog even rond het krat
bier verder praten. Als het koud was in het Sweltsjenest
werd de kachel eerst opgestook, vanwege de
geweldige rookontwikkeling lag men soms plat op de grond te wachten tot de
rook was opgetrokken. Staan kon dan niet anders stikte je bijna. Onder deze omstandigheden werd ook eens een tentoonstelling
georganiseerd. Je kon geen hand voor ogen zien, laat staan duiven keuren, een
beetje schaamte ten opzichte van de keurmeester zal er wel geweest zijn maar
er werd nadien hartelijk om gelachen. Het was een k Toch werd er wel op de kleintjes gelet want het inkopen van de
bekers voor de kampioenen werd elk jaar gecombineerd met het bezoek aan de
afdelingsvergadering in Leeuwarden. In die tijd had ook niet elk dorp z´n
eigen sportprijzenwinkel. Sporthuis De Jong was toen hofleverancier bij De
Zwaluw. Fokke “Gratema” Boskma
(† in 1986) en Pieter Epema († in 2015) in gesprek over de hogere duivensportkunde. |
||||
Het Bestuur In de jaren 60 was het volgens de ingewijden al net zo moeilijk besturen
als tegenwoordig. Iedereen wilde het liefst niets doen. Het meeste werk kwam
toen ook al op de schouders van slechts een paar mensen terecht. Die paar
waren er meer dan nu, maar er moest ook veel meer gebeuren. Het was in ieder
geval wel zo erg dat als iemand zich aanmeldde voor een bestuursfunctie, er
onmiddellijk werd gemeld dat er ook werk was verbonden aan de functie. Dat
viel dan toch altijd nog weer tegen en zo lag ook destijds het tempo van
bestuurderswisselingen al hoog. Zo kreeg eigenlijk iedereen een beurt om
bestuurslid te worden. De voorzitters die in het verenigingsgeheugen bewaard zijn
gebleven zijn: Fokke Brouwer, Hendrik Boorsma, Pieter H. Epema,
Jan “Bob” Veenstra, Geale Westra, Johannes de Boer,
Het verschil in opstelling tussen de religieuze en niet
religieuze leden heeft ook altijd gespeeld, soms manifest en soms niet. In de
duivensport komt het belangenverschil tussen de religieuzen en
niet-religieuzen aan de orde bij het klokken op zondag als de vlucht op
zaterdag niet doorgaat of niet afgelopen is. De discussies daarover konden
hoog oplopen. Deze discussies verdwenen aan het einde van de vorige eeuw
echter naar de achtergrond: sinds 1999 is het onderwerp redelijk naar
believen geregeld. |
||||
De Kampioenen De Zwaluw heeft in haar vroege jaren niet veel grote kampioenen
voortgebracht. In laat jaren 60 en begin jaren 70 maakten Gebr. De Vries en Libbe Wijbenga daar een eind aan. Zij klasseerden zich in
de top 10 van de afdeling Friesland. Libbe Wijbenga
maakte maar liefst 13 jaar achtereen deel uit van de top van de provinciale
duivensport. In 1970 was hij de nummer 1. Het was later in de jaren 70 dat
Piet Jongsma grote bekendheid verkreeg dankzij zijn voortreffelijke spel op
met name de lange afstand. Provinciaal was hij de te kloppen man maar zijn
bekendheid ging zelfs de landsgrenzen over. In de jaren 80 was het Eelke van
der Bei, toen nog aan de Bovenweg wonend, die de
sterren van de hemel vloog. Eelke had meerdere duiven die zeer vroege prijzen
konden vliegen en die dat ook met grote regelmaat deden. Dat leverde destijds
ook nog een mooi zakcentje aan poulegeld op. Vanaf 1992 was het de combinatie van Geert sr, Wieger en Geert
jr. Elzinga die De Zwaluw op het erepodium plaatste in de provincie
Friesland. Vier maal eerst en tweemaal derde over heel Friesland inclusief de
Noordoostpolder en een stuk Flevoland. In 2005 overleed Geert sr en in 2010
overleed Wieger. Het stokje van het succes werd overgenomen door Dat het in de eerste jaren met de Zwaag Nog altijd spelen de Zwaag Een nog gedenkwaardige dagprijs won een drietal leden van De
Zwaluw in juli 1994: er vlogen ongeveer 10.000 duiven interprovinciaal
(Groningen Friesland en Drenthe) vanuit het Franse Bourges. Het hele
erepodium was voor |
||||
De Helden Elke cultuur en elke club met geschiedenis heeft zijn helden. De
helden zijn de voorbeelden van hoe het moet, de mensen die de positieve
stereotypen vormen voor de groep. Fokke “Gratema”, Boskma was zijn werkelijke achternaam, lid sinds het
eerste begin van De Zwaluw was zo´n held. Een man die bijzonder tot de
verbeelding sprak, misschien niet eens zozeer vanwege zijn prestaties als
duivenmelker maar meer vanwege zijn bekwaamheden als redenaar over duiven.
Een man van boude uitspraken die hij van tijd tot tijd ook waarmaakte. Als
hij zei dat hij dure duiven ging kopen, dan kon de bank de kassa maar
opentrekken. Hij kocht bij zeer vooraanstaande kampioenen zijn duiven. Hij overleed in 1986 maar er wordt nog altijd met respect over
hem gesproken. Nog een naam die veel gehoord wordt ondanks dat de drager van
de naam niet meer leeft, is Tjeerd Plantinga (bijnaam: Tseerd
Chinees), lid vanaf de jaren vijftig tot ongeveer 1990. Hij is machinist
geweest en heeft nog veel meer beroepen gehad, maar zijn heldendom in de
duivensport dankt hij aan het feit dat hij in het inkorflokaal durfde te
verschijnen met één of twee duifjes in de binnenzak van z´n jas. Met de
opmerking “deze kunnen het morgen wel doen” werden ze verzonden en heel De
Zwaluw had de volgende dag het nakijken: een eerste prijs en nog een
steenvroege terwijl de meesten nog niets thuis hadden. Een sterk verhaal maar
meer dan eens gebeurd. Wie het niet geloven wil kan het nog in geuren en
kleuren horen vertellen op een gezellige vrijdagavond in het lokaal. Tseerd hield niet van veel duiven maar wel van goede. De grote animator van de laatste decennia van de vorige eeuw was
Wieger Elzinga. Zijn ongebreidelde ambitie en inzet brachten de combinatie
W&G Elzinga tot grote hoogte. Wieger schakelde de gehele familie daarvoor
in en als er nog meer nodig was voor succes dan werd ook dat ingeschakeld. PV
De Zwaluw pikte daar de vruchten van mee in de vorm van bekendheid maar ook
podiumplaatsen bij de verenigingskampioenschappen. En de ambitie van Wieger
had uitstraling naar de gehele club, enkelen lieten de moed zakken maar velen
werden juist geïnspireerd. Mede daardoor, maar ook door het Zwaagwesteinder fanatisme is onze club nog altijd bij de
besten van geheel Friesland te vinden. Geen helden maar namen uit de eerste jaren van de Zwaluw zijn:
Albert Aaikeapmân (Leegsma),
Fokke Brouwer, Teade de Vries, Hendrik Veenstra, Johannes Proost (Elzinga),
Jelle Elzinga, Wessel de Roos. Paulus Venema, Reinder Boorsma, Hendrik Buks
(Westra) vertegenwoordiger bij de Baaarsma's,
Sietse en Dries Veltsje (Postma), Hendrik Boorsma.
Hendrik de Vries (Vader van Rienk), Foppe van der
Veen en Geert Venema. Meerdere van deze namen van oud-Zwaluw leden komt u
tegen in de geschiedschrijving over Zwaag Tot slot In 1982 werd er verhuisd van de Oare
Hoek naar de Miedlaan. Inmiddels wordt daar alweer
meer dan 35 jaar onder optimale omstandigheden de duivensport in
verenigingsverband “gevierd”. De duiven worden vervoerd met aluminium manden
die precies passen in speciaal voor het duiventransport ontworpen
vrachtwagens. Ze worden voorzien van chipringen in plaats van gummiringen en
hun aankomst wordt geregistreerd door elektronische constateersystemen. De
uitslag wordt enkele uren later per computer gemaakt en de tussenstanden zijn
op hetzelfde moment bekend. De leden wachten op de uitslag aan de bijna
professionele bar in de bijna professionele kantine. Als er iemand zich nog zorgen maakt over geld dan is het privé
want de club heeft een stop op de vermogensgroei gezet, uiteraard ook om de
leden te ontzien. Er wordt meer dan ooit betaald aan onroerende zaak
belasting (OZB) en het mooiste is: De club werd in 2017 voor de 7e maal gehuldigd als de beste club
van Friesland. Een club van fanatieke en succesvolle duivensporters dus. In 2015 overleden 4 leden van PV De Zwaluw: Rindert Leegsma, Rindert Foekema,
Pieter Epema en Dooitsen Volbeda. En bewogen jaar dus voor De Zwaluw. Vier mensen
die allen veel hebben betekent voor de club, elk op hun eigen manier. Rindert
Leegsma als verenigingswerker en de behendige inkorver, Rindert Foekema als
de zachtaardige voorzitter, Pieter Epema vooral als
het voorbeeld voor de fanatieke spelers en daarmee een belangrijke
cultuurdrager van de fanatieke PV De Zwaluw (hiervoor in 2014 nog als erelid
benoemd) en Dooitsen Volbeda
als de grote organisator maar dan wel liefst achter de schermen. Allen mensen
die mede de historie van PV De Zwaluw hebben bepaald en in onze herinnering
blijven. |
||||
Duiventransport ging vroeger in rieten manden, sinds 1982 worden
aluminium manden gebruikt voor het georganiseerde transport. Op de foto links
staat Koeke de Bruin en de foto rechts vervoerder
Pieter Epema. |
||||
|
||||
|
|
|
|
|